zaterdag, april 27, 2024
GeloofPreken

Twee groepen in Gods Koninkrijk

In de laatste dagen voor het lijden en sterven van de Heere Jezus geeft Hij Zijn discipelen en via het opschrijven ervan ons belangrijk onderwijs. Eén van de focuspunten is dat Hij Zijn discipelen bekend wil maken met het feit dat het Evangelie straks de wereld over zal moeten gaan.

Nieuwe groep

Had Hij eerst gezegd dat de discipelen zich moesten beperken tot de Joden, gaandeweg ging Hij hen voorbereiden dat er een nieuwe groep bij zou gaan komen: “Ik heb schapen die van deze stal niet zijn en die moeten ook toegebracht worden.” Veel van Jezus’ laatste gelijkenissen gaan over de verschillende groepen in Zijn Koninkrijk. De discipelen en de toenmalige geestelijke leidslieden gingen ervan uit dat het heil alleen voor de Joden was. Zij waren in tegenstelling tot de andere volkeren daartoe uitverkoren, zo was de leidende gedachte. Jezus gaat echter uitleggen dat er naast de Joden een nieuwe groep tot Zijn Koninkrijk gaat behoren. Een groep die uit het heidendom gehaald en tot de God van Israël geleid moest gaan worden.

Twee broers

In dit kader vertelt Jezus een paar gelijkenissen over twee broers van één vader: het Jodendom als de oudste broer en het Christendom als de jongste broer. In ditzelfde kader past ook de tot twee keer toe gebruikte tekst: “Velen zijn geroepen, weinig uitverkorenen.” Deze tekst die bij een onjuiste uitleg fnuikende uitwerkingen gehad heeft, spreekt van twee groepen die tot Jezus’ Koninkrijk zullen gaan behoren, ‘uitverkorenen’ en ‘geroepenen’. Bij goede Schriftuitleg dienen we altijd te bedenken hoe de hoorders het gehoorde uitlegden en die uitleg moeten we hoger achten dan hoe wij achteraf woorden interpreteren. Jezus’ toenmalige publiek wist meteen wie met ‘uitverkorenen’ bedoeld waren: het Joodse volk. In de ene gelijkenis die wordt beëindigd met Jezus’ conclusie “Velen zijn geroepen, weinigen uitverkoren” is het heel duidelijk dat het niet om ‘onze’ uitverkiezingsleer gaat: als de uitverkorenen niet willen komen, als de uitverkorenen zelfs de van ’s hemelswege gezonden profeten gaan molesteren en doden, dan moeten er anderen voor het Koninklijk feest uitgenodigd gaan worden.

De andere gelijkenis die Jezus met deze zelfde conclusie (‘velen zijn geroepen, weinigen uitverkoren’) afsluit, gaat over de wijngaardeigenaar die op verschillende momenten van de dag verschillende groepen personeelsleden laat arbeiden en allemaal dezelfde beloning geeft. Op welk tijdstip van de wereldgeschiedenis een bepaalde groepering Gods Koninkrijk deelachtig wordt (of je nou tot de ‘uitverkorenen’ behoort of tot de ‘geroepenen’) er wacht een zelfde beloning.

Eersten en laatsten

Ook de herhaalde thematiek van eersten en laatsten in Gods Koninkrijk duiden op deze twee groepen. De eersten tot wie de goede boodschap gekomen is (het Jodendom), dienen zich er niet op te laten voorstaan dat zij eerder de God van Israël dienden dan de groep die uit het heidendom toegebracht gaat worden. Gods keert de groepen zelfs om: laatsten zullen de eersten zijn, eersten de laatsten.

Weinig karig?

De spannende vraag of ‘weinigen’ uit de uitverkorenen tot een karig Godsbeeld moet leiden, wordt opgelost in het laatste bijbelboek, de Openbaring aan Johannes, waar de twee groepen ook weer terug komen: 12.000 uit elk geslacht van de 12 kinderen van Jacob en daarmee 144.000 uit het Jodendom en daarna een schare die niemand tellen kan uit alle natien, volkeren.

Weinigen bij God zijn dus 144.000 : 12 x 12 x 10 x 10 x 10. De aardse volheid vermenigvuldigd met de aardse volheid vermenigvuldigd met de decimale volheid vermenigvuldigd met de aardse volheid vermenigvuldigd met de aardse volheid.

Onjuiste uitleg

Deze voor Joden en uit het heidendom getrokken christenen ruimte gevende en door Jezus herhaalde tekst wordt vaak uitgelegd alsof de uitverkorenen een deelgroepering zijn van de geroepenen. De gedachte zou dan zijn alsof Jezus heel veel mensen roept (de gehele gemeente) en dat een gedeelte daarvan maar uitverkorenen is (bijvoorbeeld de avondmaalgangers). De tekst wordt dan gelezen als een toelichting op de uitverkiezing. En hoewel de uitverkiezing gelukkig in de Bijbel als een grote troost beschreven is, gaat deze bijbeltekst daar echter niet over. Als dat wel zo zou zijn, dan zouden de uitverkorenen de boodschap kunnen negeren en dan zouden er in de plaats van de uitverkorenen anderen mensen gesteld worden. Deze gedachten staan echter haaks op de andere bijbelse gedachten over de troostrijke uitverkiezing, dus dan kan de bedoeling van deze perspectiefrijke tekst zijn.

Open poort

In de laatste week voor het lijden en sterven van de Heere Jezus opent Hij met deze gelijkenissen een poort voor de heidenen die gestoord worden in hun heidendom door de God van Israël. Ook voor u en mij, mensen uit de lage landen, is het Evangelie gekomen opdat Zijn huis vol worde: “Genade Gods zo groot en vrij, die poort staat open ook voor mij!”

 

Cor Verkade, auteur is dga bij Van Dam, Van Dam & Verkade B.V.

 

Foto door Andrea Piacquadio via Pexels

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *